De Albert Schweitzerschool ligt in de Rotterdamse wijk Overschie, direct aan het Sidelingepark. De basisschool was gehuisvest in een drietal panden uit de jaren 70, waarbij de kinderen bewust naar leeftijdsgroep over de gebouwen waren verdeeld. De school had echter geen centrale aula en er was, door een verwachte groei van het aantal leerlingen, niet voldoende ruimte. De nieuwbouw vervangt twee verouderde panden en vormt samen met het derde, bestaande ’Zongebouw’ een nieuw ensemble. Het gevoel van kleinschaligheid is daarbij bewaard gebleven, omdat het ontwerp voortbouwt op de bestaande architectuur en onderwijsfilosofie.
Het nieuwe gebouw is het domein van de peuters, kleuters en de onderbouw. Ook bevinden zich hier een aantal gemeenschappelijke functies zoals het speellokaal, de bibliotheek, de teamruimte en de aula. De aula is het hart van de nieuwbouw - en door haar ligging en transparante opzet ook van de school als geheel. In het verlengde van de aula ligt een verdiept speellokaal, waardoor het mogelijk is om één grote geschakelde ruimte te creëren voor bijvoorbeeld theatervoorstellingen of ouderbijeenkomsten. Boven het speellokaal bevindt zich de leerlingenbibliotheek. Ook deze ruimte ligt iets lager ten opzichte van de omliggende etage - en biedt plek om met groepen informeel bij elkaar te komen.
De lokalen liggen in clusters om de aula heen. Om de kinderen geborgenheid te bieden bestaat ieder cluster uit drie tot vier lokalen die samenkomen rond een leerplein en een toiletkern. Grote raampartijen - die een afspiegeling vormen van de ramen in het Zongebouw - zorgen voor contact tussen de lokalen en de leerpleinen. Ook kunnen, door de toepassing van flexibele wanden, per cluster de lokalen met elkaar verbonden worden. Ieder cluster heeft daarbij een eigen entree naar de aula en een directe toegang naar de buitenruimte.
Omdat onderwijs altijd in ontwikkeling is, hebben we gekozen voor een stalen kolomconstructie. Hierdoor kunnen de wanden tussen de lokalen verwijderd worden, waardoor de nieuwbouw in de toekomst aangepast kan worden aan veranderende onderwijsvormen en -opvattingen. De kernen met de toiletten verdelen, door hun positie binnen het gebouw, de ruimtes op een vanzelfsprekend manier op in verschillende ‘plekken’ - ook bij een meer open opzet.
Ook in de gevel is de schaal van het kind meegenomen. Grote raampartijen en terugliggende buitennissen zorgen zowel voor transparantie als voor een schaalverfijning. De nissen liggen in het verlengde van de klaslokalen en kunnen ook voor buitenonderwijs gebruikt worden; daarnaast dragen de terugspringende geveldelen bij aan de reductie van het omgevingsgeluid, met name door de nabijgelegen A13. De vormentaal van de nissen verwijst naar het ontwerp van het Zongebouw en maakt zo van de twee gebouwen één ensemble.
De nieuwbouw heeft een heldere L-vormige plattegrond die aansluit bij de stedenbouwkundige opzet van het na-oorlogse Overschie, gekenmerkt door stempel- en strokenbouw. De positionering binnen het ensemble zorgt ervoor dat er op natuurlijke wijze drie speelpleinen ontstaan: een groen kleuterplein aan de kant van de Baanweg, waar de kinderen de natuur kunnen ontdekken; een geborgen plein voor de middenbouw tussen de beide gebouwen in, waar geklauterd en geklommen kan worden; en een bovenbouw-plein dat aansluit op het Sidelingepark, met plek om te rennen, te voetballen en te chillen. Deze onderverdeling sluit aan bij de verschillende ingangen van de school en zorgt ervoor dat de looplijnen van en naar de lokalen kort blijven. Zo is de schaal van het kind op alle niveaus maatgevend.