De drie kantoren zijn familie van elkaar – zowel als het gaat om het exterieur, de duurzaamheid als om de ruimtelijke indeling; dit zorgt voor verwantschap en voor herkenbaarheid. Het meest in het oog springende onderdeel van het ontwerp zijn de modulair opgezette gevels, waarbij toch een grote mate van individualiteit mogelijk was. De gevels zijn opgebouwd uit witte composietelementen, geïnspireerd door het werk van de Delftse kunstenaar Jan Schoonhoven, met terugspringende en uitkragende vormen. Deze elementen kunnen ook voor de toekomstige gebouwen van Enexis worden gebruikt.
Voor de gevels hebben we gezocht naar een totaalpakket aan slimme oplossingen, om zo een hoge mate van duurzaamheid te bereiken. Met een relatief nieuwe technologie konden de composietelementen met een beperkt aantal mallen worden gefabriceerd. De elementen zijn licht in gewicht, hebben een hoge Rc-waarde en vragen zeer weinig materiaal. Door de geometrie zijn de gebouwhoge gevelelementen zelfdragend; dit maakt dat ze volledig wind- en waterdicht zijn en in een hoog tempo geïnstalleerd kunnen worden. De terugspringende en uitkragende vormen zorgen ervoor dat de gevels zelfbeschaduwend zijn, en gaan de opwarming door directe zoninstraling tegen; het samenspel tussen kleinere ramen en grote erkers garandeert tegelijkertijd voldoende daglicht en uitzicht. De gevels hebben géén bewegende delen - die kostbaar en ook kwetsbaar zijn – maar door de zogeheten ‘groene long’ kunnen binnen de ramen wel open.
Ieder regiokantoor heeft een centrale ‘groene long’: een middenin het gebouw gelegen binnentuin met weelderige beplanting, die het buitenklimaat tempert en die dient als aanzuigruimte van verse lucht voor de ventilatie. In de winter wordt deze de ventilatielucht verwarmt door zoninstraling, in de zomer wordt de opgewarmde lucht gebruikt voor het duurzaam regenereren van het warmte- en koudeopslag systeem in de bodem.
Voor de installaties ontwikkelden we een concept waarin bewezen technieken zo efficiënt mogelijk worden toegepast en gecombineerd – waaronder een WKO-installatie en energieopslag in de bodem, in combinatie met klimaatplafonds. Ook zijn alle drie de kantoren uitgerust met energiezuinige verlichting, daglichtregeling en aanwezigheidsdetectie. PV-cellen op het dak vangen het energieniveau af dat nodig is voor eigen gebruik, en leveren de resterende stroom terug aan het energienetwerk van Enexis. Zo was het bedrijf al in 2013 voorloper in de energietransitie.
Behalve duurzaamheid was ook ‘het nieuwe werken’ een belangrijk uitgangspunt in het ontwerp. Alle regiokantoren zijn zo opgezet dat de verdiepingen flexibel indeelbaar zijn, en zijn ingericht met flexplekken. De entree heeft altijd een centrale locatie binnen het gebouw en verbindt zo de werkplaatsen met de kantoren, waardoor kantoorpersoneel en vakmensen elkaar makkelijker kunnen ontmoeten. Bij Enexis zijn alle medewerkers gelijk en vertoeven ze samen onder hetzelfde dak.
Bij iedere afzonderlijke vestiging is er ook een eigen invulling gegeven aan het modulaire concept: ieder ontwerp sluit qua karakter aan bij de context en het programma. Zo is het regiokantoor in Zwolle vormgegeven als een goed herkenbaar volume tussen andere Enexis-gebouwen op de energiecampus van de netbeheerder; het regiokantoor in Venlo ligt als ‘groen’ gebouw in een unieke, groene omgeving, grenzend aan het Floriade 2012-terrein, terwijl dat in Maastricht als een landmark op een prominente locatie ligt, op een hoek aan de uitvalsroute richting het noorden van de stad. Wat alle drie de regiokantoren echter gemeen hebben, is dat hun ontwerp het innovatieve en duurzame karakter van Enexis uitdraagt.
“Het fascinerende aan het Enexis-gebouw […] is dat het een gesloten front vormt of zich juist opent bij een rondgang om het gebouw. Natuurlijk is de duurzaamheid en het effectieve gebruik van zon en schaduw daar debet aan, maar atelier PRO toont dat duurzaamheid geen synoniem is voor een saaie gevel”, Katja van Roosmalen, De Architect.